Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Columbi Salmon kreeg goedkeuring van de provincie West-Vlaanderen voor het bouwen van de grootste zalmkwekerij van Europa in Oostende. 12.000 ton zalmen – minstens 2,5 miljoen individuen – zouden hier jaarlijks lijden en sterven. Het bedrijf kreeg de toelating om geen milieueffectenrapport te moeten opstellen, thans verplicht voor de productie van meer dan 1.000 ton vissen. Wij vragen Minister Demir om de omgevingsvergunning niet toe te kennen. 

We duiken daarom wat dieper in de wereld van aquacultuur. Aquacultuurbedrijven zijn een bron van intens lijden voor een zeer groot aantal individuen. Tijd om het lijden in viskwekerijen te stoppen!

 

Aquacultuur: hoeveel en welke dieren? 

Volgens de organisatie Fishcount worden elk jaar tussen 51 en 167 miljard vissen gekweekt en gedood in aquacultuurbedrijven – voornamelijk karpers, tilapias en meervallen. Daarnaast worden jaarlijks 250 tot 600 miljard schaaldieren gekweekt en gedood (voornamelijk garnalen). Meer dan de helft van de garnalen en vissen die wereldwijd worden geconsumeerd zijn afkomstig van deze kwekerijen (1).

Bovendien worden jaarlijks 460 tot 1.100 miljard vissen (waarvan de helft Peruaanse en Japanse ansjovis) op zee gevangen om aquacultuurdieren te voeden, nadat ze tot meel of olie zijn verwerkt.

Deze kwekerijen zijn verantwoordelijk voor de slachting van 761 tot 1.867 miljard waterdieren per jaar, wat neerkomt op twee derde van alle waterdieren die jaarlijks voor menselijke consumptie worden gedood (inclusief in het wild gevangen vis).

Deze aantallen zijn immens

Ter vergelijking: volgens Faunalytics worden jaarlijks in totaal 71 miljard landdieren gedood (waaronder 69 miljard kippen). Aquacultuurbedrijven zijn dus verantwoordelijk 10 tot 26 keer meer doden dan bij landdieren het geval is! Bovendien weten we dat de betrokken waterdieren bewustzijn en gevoel hebben, waaruit we kunnen concluderen dat hun lijden en hun leven belangrijk voor hen zijn. 

De ellende van dieren opgesloten in viskwekerijen.

Zoals we eerder al meldden is een viskwekerij geconcentreerde horror. Viskwekerijen moeten zoveel mogelijk winst uit zo weinig mogelijk ruimte halen. De dieren zitten dus steeds meer op elkaar. Zo heeft een tilapia slechts 3 liter ruimte in de intensieve kweek. De zalm zit met 50.000 individuen per 20.000 m³ kooi opeengepakt, dat wil zeggen 2 tot 3 individuen per m³ (2). In dergelijke omstandigheden sterft ongeveer 15% voordat ze het slachtgewicht bereiken (3). Sommige zalmen sterven zelfs als gevolg van depressieve symptomen. Die zogenaamde ‘drop outs’ kunnen tot 25% van een kooi zijn (4). Dit sterftecijfer is hoger dan de ergste intensieve kwekerijen op het land, waar het uitvalpercentage ongeveer 5% bedraagt (5). 

De dieren die het overleven, lijden voortdurend. De leefomstandigheden van de dieren in aquacultuurbedrijven zijn bijzonder kritiek. De overbevolking veroorzaakt stress, frustratie en agressie, en verwondingen komen vaak voor. De dieren lijden ook onder massale parasietenplagen, ernstige terugkerende infecties en hartafwijkingen als gevolg van hun versnelde groei.

 

Een gewelddadige en pijnlijke dood. Een marteling.

Meestal worden vissen langzaam verstikt in de open lucht of op ijs, waardoor hun lijdensweg langer duurt. Dit is bijvoorbeeld het geval voor forel in Frankrijk. Veel andere vissen worden leeggebloed en gestript terwijl ze nog bij bewustzijn zijn.

In sommige landen, bijvoorbeeld in Noorwegen, wordt voorafgaande bedwelming toegepast. De meest betrouwbare methode volgens de EFSA (Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid) is mechanische percussie, maar die wordt niet op grote schaal toegepast vanwege de vereiste investering. Voor elke visgrootte is dan een specifieke machine nodig om de hamer precies op de kop te laten slaan. Elektrocutie is gebruikelijker, maar daarbij blijft 10% van de vis bij bewustzijn. Een spanning die elke vis uitschakelt zou de kwaliteit van het vlees aantasten. De verzadiging van het water met COâ‚‚, die in sommige landen (zoals het Verenigd Koninkrijk) nog wordt toegepast, wordt door de EFSA als de slechtste methode beschouwd. Ze immobiliseert alleen de vissen, die gedurende 7 tot 10 minuten in doodsangst verkeren, ze worden verstikt en krijgen COâ‚‚-vergiftiging.

 

Stop het lijden in viskwekerijen!

Viskwekerijen zijn een van de ergste verschrikkingen in de dierindustrie. Honderden miljarden waterdieren leven een kort leven van ellende opeengepakt in waterkooien, tanks of reservoirs. Sommige kwekerijen buiten wel een half miljoen individuen uit. Als de kweek- en consumptiepraktijken niet veranderen, voorspelt de FAO een productiestijging van 32% van 2018 tot 2030. Een verbod op deze praktijken zou betekenen dat jaarlijks honderden miljarden levens van lijden wordt voorkomen.

 

Stop de grootste zalmkwekerij van Europa!

Op woensdag 15 maart organiseren dierenrechtenorganisatie Bite Back en Animal Rights een actie in Oostende. Ze klagen de komst van Columbi Salmon, de grootste zalmkwekerij van Europa, aan. De provincie West-Vlaanderen gaf deze viskwekerij een vergunning, maar Minister van Omgeving Demir zou dit nog kunnen tegenhouden. Doe woensdag van 11 tot 13 uur mee op het Oostende Sint-Petrus-en-Paulusplein! Grotendeels vertaald uit het Engels van WoDEF.

  1. FAO, The State of World Fisheries and Aquaculture 2020, p. 77-78. ↑
  2. Marianne Elisabeth Lien, Becoming Salmon: Aquaculture and the Domestication of a Fish, 2015. ↑
  3. This is the mortality rate of salmon fattened at sea. There are no statistics available on the mortality of young salmon raised in freshwater.
    – Peter Stevenson et al., “Closed Waters: The Welfare of Farmed Atlantic Salmon, Rainbow Trout, Atlantic Cod & Atlantic Halibut”, CIWF, 2007. ↑
  4. Marco A. Vindas et al., “Brain Serotonergic Activation in Growth-Stunted Farmed Salmon: Adaption versus Pathology”, Royal Society Open Science 3, no 5, 2016. ↑
  5. It should be mentioned that chicken farming lasts less time than salmon farming. The weekly mortality rate in intensive chicken farms is 1%, which is higher than in salmon farms. PMAF, The welfare of broilers in the European Union, 2003. ↑