Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

Bite Back coördinator Sara gaf op de actie in Oevel een aangrijpende speech. We delen hem graag.Beste aanwezigen, beste activisten,

Bedankt om hier samen met Bite Back aanwezig te zijn. Bedankt om samen met ons op te blijven komen voor de dieren.

Vorig jaar vroeg ik de inspectieverslagen van Dierenwelzijn op van dit slachthuis, Sus Campiniae in Oevel, onder de wet openbaarheid van bestuur. Wat ik daarin aantrof… het was een gruwel om door te komen. Varkens worden op een afschuwelijke manier behandeld, mishandeld en uitgebuit. 

Ik werd letterlijk misselijk bij het lezen van de wreedheden die deze dieren moeten ondergaan. De foto’s waren afschuwelijk om aan te zien. Hoe zulke lieve, sociale, intelligente dieren zo als producten behandeld kunnen worden… ik ga het nooit kunnen begrijpen. Ik kreeg meerdere keren de tranen in de ogen en vooral een nog grotere afkeer van deze industrie. Maar ook strijdlust, omdat dit zo niet langer kan.

In de meeste verslagen zag ik terugkomen dat varkens veel te vaak geklopt worden met de klophamer. Die klophamer wordt normaal gezien gebruikt om varkens te voorzien van een duidelijke stempel; om te zien van welk lot, van welke varkenshouderij, ze komen. Maar uiteraard moet de industrie dit in praktijk gebruiken als een instrument om te mishandelen, om de dieren voort te drijven. Volgens de ‘regels’ mag een varken maximum 2 klophamerstempels hebben. In heel wat verslagen zag ik dat ze er heel wat vaker mee geslagen werden. De dieren staan vol krassen en slagletsels.

Regelmatig komen er varkens toe in dit slachthuis met enorme abcessen, liesbreuken en necroseplekken. Er waren varkens wiens gezicht volledig vervormd was doordat ze een abces ter grootte van een voetbal aan hun hoofd of nek hadden. Varkens die nauwelijks nog konden lopen omdat een liesbreuk een gigantisch abces geworden was. Dieren met necroseplekken, dat zijn stukken huid die aan het afsterven zijn en zwart zijn, omdat hun wonden nooit verzorgd werden. Varkens met staartnecrosen, doorligwonden, navelbreuken met necrose, … het komt allemaal voor bij de dieren die hier in dit slachthuis aangevoerd worden.

Het transport naar het slachthuis is ook een regelrechte nachtmerrie voor de dieren. Transporten rond de 200 varkens zijn het meest gangbaar. Op heel wat van die transporten zijn teveel varkens geladen, waardoor de dieren te fel op elkaar zitten. De varkens worden opgejaagd door de vervoerders om zo snel mogelijk van de wagen af te gaan, met verwondingen tot gevolg. Zo was er een varken dat een open beenbreuk aan zijn achterpoten kreeg, doordat het dier struikelde omdat hij zo opgejaagd werd. Sommige dieren op de transporten waren er zo erg aan toe dat ze op de wagen zelf geëlektrocuteerd en gekeeld werden. De zogenaamde wachtruimte in het slachthuis werd ook overbezet, waardoor de dieren te weinig ruimte hebben. Ze krijgen hier dan zelfs niet de kans om te gaan liggen, terwijl ze reeds vermoeid, angstig en gestresseerd zijn van de rit richting slachthuis.

Ik kan me zelfs niet voorstellen hoe angstig de dieren moeten zijn. Hoe hard ze lijden, hoe eenzaam, verlaten, doodsbang en wanhopig ze zich moeten voelen.

In enkele verslagen merkten we zelfs op dat het ging om varkens met het Beter Leven keurmerk. Een Nederlands keurmerk dat zogezegd zou zorgen voor meer dierenwelzijn bij dieren in de veehouderij. Maar wat varkensboeren, veetransportbedrijven en slachthuizen ons ook willen wijsmaken; er is geen diervriendelijke manier om dieren te slachten. In geen enkel slachthuis worden dieren liefdevol en respectvol gedood, de dieren lopen hun dood niet gewillig tegemoet. Ze proberen hun leven te redden, want dat is het enige wat ze nog hebben. Op de website van Sus Campiniae lezen we dan nog dat zij “duurzaam, kwalitatief en met respect voor mens, dier en milieu produceren”. Maar slachthuizen zijn gemaakt om zoveel mogelijk dieren op zo weinig mogelijk tijd te doden. Dat hier ook maar enige aandacht naar het dier als individu zou gaan, is een illusie. Dat een dier hier gedood zou worden met ‘respect’ is van de pot gerukt. Respect is eerbied of waardering. Als je een dier doodt zonder dat het hiervoor kiest, kun je onmogelijk zeggen dat je dat diers wensen respecteert. Het is niet mogelijk om van een slachthuis een plaats met enige empathie te maken, want hoe kunnen we over dierenwelzijn of -rechten spreken als een dier de dood wordt ingejaagd zonder dat het dit zelf kiest?!

Laat ons wel wezen; het onrecht dat we hier vandaag bespreken is niet simpel op te lossen. Het is niet de verantwoordelijkheid van enkel dit slachthuis, niet enkel van é én mens die spek eet, of van een individuele varkensboer. Het is de verantwoordelijkheid van iedereen samen. Zolang we in een samenleving leven waarin dieren als product gezien worden, waarin de dierindustrie rijkelijk bedeeld wordt met subsidies van de overheid, waarin het gebruik van dieren als normaal beschouwd wordt, blijft iedereen verantwoordelijk. Zolang onze maatschappij als voornaamste doel ‘winst maken’ heeft, zullen alle dieren (ook mensen) slachtoffer blijven.

Maar het is tijd dat we deze praktijken niet langer accepteren, dat we een einde maken aan deze wreedheden. Het is tijd dat i édereen zich bewust wordt van de gruwelijke behandeling van varkens in stallen en slachthuizen. Het is tijd dat we ons verzetten, dat we opkomen tegen degenen die de macht in handen hebben. Ze kunnen de dieren niet blijven negeren, ze kunnen ons niet blijven negeren, ze kunnen de kans op een rechtvaardige samenleving niet blijven negeren. 

Laten we samen blijven opkomen voor dierenrechten en ons verzetten tegen de veehouderij en de slachthuizen. Laat ons samen strijden voor hen die het nodig hebben en laat ons zorgen dat politici naar ons luisteren. We moeten de dieren hun stem laten horen en ons inzetten voor hun rechten, voor hun vrijheid. We moeten ons inzetten voor een wereld zonder dierindustrie en voor een wereld waarin we allemaal vrijheid kennen. Dank u.