Skip to content Skip to sidebar Skip to footer

“Evolutie is de enige constante” – medeoprichter en erevoorzitter Benjamin Loison blikt terug op 20 jaar Bite Back

Schulen, 22 oktober, Jo Dirix

 

Je zag het al op onze kanalen: Bite Back viert dit jaar haar 20ste verjaardag. We hielden een feest bij Forrest & Friends en we zetten onze geliefde vereniging in de bloemetjes. Doorheen het jaar hebben we de focus gelegd op onze verjaardag. Want 20 jaar Bite Back, dat zijn twee decennia van dierenrechtenactivisme. Een jubileum dat we niet konden vieren zonder één van onze oprichters en sterkhouders uitgebreid te vieren. Want zonder Benjamin Loison was er geen Bite Back. Het bestuur van Bite Back stond erop om in januari, bij aanvang van het jubileumjaar, hulde te brengen aan haar medeoprichter, sterkhouder en inspiratiebron voor zovelen door van Benjamin haar erevoorzitter te maken. 

Naast acties bijwonen en standen voor Bite Back opzetten bleek ik nog een andere passie met Benjamin te delen: the outdoors. In de afgelopen jaren hebben we samen honderden kilometers gewandeld, rotsen beklommen en in meren gezwommen. Geen betere gelegenheid om een diepte-interview van hem af te nemen, tijdens een wandeling aan zijn geliefde Schulensmeer, in ons prachtige Limburg. 

 

Jo: Benjamin, we vieren dit jaar niet alleen 20 jaar Bite Back. Jij viert ook bijna je 30ste jaar als veganist. Hoelang ben je al activist?

Benjamin: Ik ben veganist van 1995, en activist van 1993. 

 

Jo: Dat activisme, en zeker dierenrechtenactivisme, komt niet uit de lucht gevallen natuurlijk. Waarom en wanneer heb je die eerste stap gezet? 

Benjamin: Ik had net ‘Animal Liberation’ van Peter Singer gelezen en toen was er voor mij geen andere optie meer dan activist te worden of in elk geval iets voor dieren te betekenen. Zo ben ik beginnen te denken over vegetarisme, veganisme en ben ik me beginnen te verdiepen in dierenrechten. 

 

Jo: Was je daarvoor al activist voor andere kwesties of was dierenrechtenactivisme de eerste vorm van emancipatiestrijd of sociaal engagement? 

Benjamin: Ik was wel al bezig met andere kwesties, maar niet op straat. Incidenteel ging ik wel naar een actie voor de Tibetaanse onafhankelijkheid, bijvoorbeeld. Dus ik was wel in verschillende verenigingen actief met brieven schrijven en zo, maar niet echt het straatactivisme zoals bij Bite Back. Dat is pas begonnen met dierenrechten. 

 

Jo: Je was ook de eerste werknemer van GAIA? 

Benjamin: Ja, de eerste na Anne Degreef en Michel Vandenbosch natuurlijk. GAIA werd opgericht in 1992 en ik heb er gewerkt van 1993 tot 1996. 

 

Jo: Als je twee hoogtepunten moet opnoemen uit al die jaren, welke zijn dat dan? 

Benjamin: Da’s een moeilijke vraag. Hoogtepunten hangen van zoveel dingen af, dus is het moeilijk om te kiezen. Maar de meest in het oog springende acties waren wel acties rond het langeafstandsvervoer van dieren. Dat waren redelijk hevige acties toen. Die kaderden vaak in internationale campagnes, waarbij wij dan in België het voortouw namen. Zo waren er op dat moment ook acties gaande tegen het langeafstandsvervoer in Coventry, Engeland. We probeerden toen het momentum internationaal gaande te houden. Dat was in de periode tussen 1993 en 1995. 

 

Jo: En enkele jaren later zag Bite Back het daglicht?

Benjamin: Op een gegeven moment ben ik gestopt met mijn job bij GAIA, midden jaren 90, en ben ik verhuisd naar Nederland, mijn toenmalige vriendin was Nederlandse. Ik nam daar aan acties deel met verschillende groepen, en er was een actiegroep die ook Bite Back heette. Mijn vriendin was campagnecoördinator bij PETA Nederland. Toen we erna samen naar België verhuisden vonden we eigenlijk geen aansluiting bij de toenmalige dierenbeschermings- en dierenrechtenorganisaties. Waardoor we eigenlijk hebben beslist om zelf dingen te organiseren. Van het een kwam het andere. Eerst deden we dat met een kleine groep. Maar er waren een hele hoop activisten die ook wat zoekende waren en geen aansluiting vonden bij de organisaties, tactieken en strategieën van toen. Eerst dachten mensen nog dat we een band hadden met het magazine Bite Back dat toen in de Verenigde Staten uitgegeven werd en dat we de woordvoerders van het ALF (Animal Liberation Front) waren. Vooral de ordediensten keken toen raar op. (lacht) 

 

Jo: Hoe werd Bite Back in die tijd onthaald? We worden nog altijd gezien als drukkingsgroep en we halen wel vlot de media. Onze radicale boodschap klinkt voor veel mensen best wel aanvaardbaar en we hebben een grote achterban weten uit te bouwen. Ik kan me inbeelden dat het toen wel wat anders lag. Toen jullie je eerste acties deden, hoe was de sfeer toen? Wat waren de reacties?

Benjamin: In het begin konden we ons, denk ik, redelijk wat permitteren. Het is inderdaad zo dat we als radicaal werden gezien omdat we in die tijd als enige vereniging consequent veganisme promootten. Dat was trouwens één van de redenen waarom Bite Back werd opgericht, omdat we vonden dat die vegan boodschap heel belangrijk was. Daarin waren we dus de radicaalste beweging in België. We probeerden onze boodschap wel altijd op een ludieke manier te brengen, zodat het niet te vergezocht of te agressief overkwam. En aangezien we nog niet zo bekend waren als groep konden we met verschillende acties vlugger wegkomen dan anderen. Maar dat is natuurlijk op een gegeven moment wat veranderd. In het begin van de Bite Back-jaren deden we ook wel vrij confronterende acties. We protesteerden bijvoorbeeld bij circussen met dieren waarbij de confrontatie één op één was met de mensen van het circus. Of bij bontwinkels, waarvoor de deur postvatten en leuzen scandeerden en zo. Dat verstoorde de orde in de ogen van de overheden en zorgde soms wel voor wat meer wrijving. 

Klappen krijgen

 

Jo: Er zijn ook acties geweest waar de veiligheid in het gedrang kwam en de confrontatie met mensen zo hevig was dat er een handgemeen ontstond. We zien dat vandaag veel minder. Is dat in het algemeen ook omdat die boodschap meer ingang gevonden heeft? Of zie je een andere verklaring? 

Benjamin: Er zijn verschillende redenen. Misschien is het inderdaad zo dat de boodschap meer ingang heeft gekregen. Maar we zetten vooral ook minder confronterende acties op dan 20 jaar geleden. Wanneer wij toen voor de kermissen stonden bijvoorbeeld, bij de ponymolens, kregen we vaak klappen. Omdat we daar postvatten wegens de dierenwelzijnsschendingen en dierenrechtenschendingen, tegenover mensen die zich bedreigd voelden in hun broodwinning. Dat soort acties doen we al een aantal jaren niet meer. Dat wil dus zeggen dat er minder confrontatie is. We kregen trouwens niet alleen bij dergelijke acties de wind van voren. Toen we met de campagne Varkensleed Vlaanderen, een onderzoek naar de varkensindustrie, uitpakten, was de reactie erg heftig. Ook van de overheid. Men heeft ons toen echt het zwijgen proberen op te leggen: huiszoekingen, een rechtszaak, bedreigingen door boeren, … Dat is iets wat we in de hele geschiedenis van de beweging zien. Om de zoveel jaar is er wel een proces. Kijk maar naar het geval van Meet The Victims in Boxtel, Nederland, (in 2019), waar bij een groot proces veel mensen schuldig bevonden zijn. En dan zien we heel vaak hetzelfde gebeuren: een stuk van de beweging wordt vleugellam gemaakt, waardoor mensen gewoon uit de beweging vertrekken. Dat gebeurt om de zoveel jaren. 

 

Jo: Zien we hetzelfde gebeuren met de mensen die antibontcampagnes doen? Hun acties zien er echt goed uit. Opnieuw mensen die voor dieren opkomen. Met de ervaring die je hebt, welk advies zou je geven aan die mensen? Wat zijn de do’s en don’ts? 

Benjamin: Ik denk dat je qua acties met veel kan wegkomen, dat je je eigenlijk veel kan veroorloven. Het is anders wanneer je vandalisme pleegt of ruiten inslaat. Maar oproepen tot een boycot, voor de winkels postvatten, enzovoort, dat valt allemaal binnen de vrijheid van meningsuiting. 

 

Jo: Ik denk dat de mensen van Meat The Victims die schuldig zijn bevonden het niet met je eens zijn. Hun auto’s werden vernield, zij werden gearresteerd, kregen boetes en straffen door de rechter opgelegd. 

Benjamin: Dat is wel een andere zaak dan de drukkingsacties die nu gebeuren voor winkels. De repercussies van acties zouden altijd in verhouding moeten staan tot hetgeen je beoogt. Je dient ook rekening te houden met de trappen van escalatie. Dan probeer je eerst de minst confronterende actie en daarna escaleer je naar meer confronterende, radicale acties. De gevolgen daarvan moet je op voorhand goed inschatten. Als je als eerste actie van een campagne met onervaren activisten gewoon ergens binnengaat en dus eigenlijk huisvredebreuk of erfvredebreuk pleegt, je vastketent en een bezetting afkondigt, dan heb je grote kans dat de gevolgen zwaar zullen zijn. Zeker als je slecht voorbereid bent op de situatie en bijvoorbeeld geen legal team achter je hebt. De confrontatie met de dieren, met de boze en agressieve boeren, de dreigementen van de politie … dat hakt er zwaar in, zeker bij nieuwe activisten. Voor een aantal mensen betekende dat het begin en meteen ook het einde van hun engagement in de beweging. Zulke acties vind ik niet zo slim om te doen, zeker niet als je weet dat de slaagkansen zo klein zijn en wat het ripple effect van zo’n actie is. Da’s iets helemaal anders dan te zeggen: goed, we plannen een drukkingscampagne, we targetten bepaalde bedrijven, we volharden en voeren stelselmatig de druk op. We wegen de kosten en baten af, we lichten ons goed in. Dan is de kans op zware repressie veel minder. Het is zeker zo dat de politie alles zal doen om je actie te verhinderen, met GAS-boetes en intimidatie bijvoorbeeld. Maar in principe kunnen ze niet zo heel veel doen tegen dergelijke goed uitgekiende drukkingscampagnes.

 

Jo: Wat ik je hoor zeggen is: zorg dat je een strategie hebt, een campagne en dat je verschillende tactieken hebt. Dat je samenwerkt met mensen. Dat je je op voorhand goed bevraagt, inleest en opleidt. Dat je activisten hebt die het werk doen maar ook mensen achter de schermen die je kunnen ondersteunen. Dat iedereen weet wat de mogelijke repercussies kunnen zijn …

Benjamin: Ja. Wat ik zeker duidelijk wil maken is dat we veel meer risico’s kunnen nemen dan we nu al doen, de beweging zelf ook, zolang het berekende risico’s zijn en je goed weet wat ervan afhangt. Als je bepaalde dingen doet, moet je beseffen dat er consequenties aan vasthangen. Ga vooral niet onvoorbereid zomaar een actie doen. Als je gedurende jaren een campagne hebt gedaan en er zijn nog altijd geen concrete resultaten, mag je best terugbijten wat mij betreft, je tanden laten zien en een stap verder gaan. Mits iedereen weet dat als die stap gezet wordt, er mogelijk consequenties aan vasthangen. Maar die vallen al bij al heel goed mee. Er is zelden zware repressie.

 

Het mag best wat pittiger

 

Jo: Voor jou mag het dus wel wat pittiger zijn dan de acties die we vandaag zien?

Benjamin: Ja, ik denk het wel. Ik denk dat er sowieso nood is aan een organisatie die weer wat meer directe actie onderneemt. Ik denk ook dat er mensen staan te wachten die klaar zijn om die stap te zetten en het is ongelofelijk jammer als dat potentieel blijft liggen. Maar, ik zie dat dan als iets breders, niet alleen voor de organisatie Bite Back, maar voor de hele dierenrechtenbeweging in België. Als ik het vergelijk met dingen die gebeurd zijn 10, 15, 20 jaar geleden, is de dierenrechtenbeweging in België nu eigenlijk redelijk mak. Daar mag best wel wat meer pit in zitten.

 

Jo: Ik herinner me de ludieke acties maar ook de confronterende, radicalere acties van Bite Back van toen ik zelf nog geen activist was. In de jaren na Varkensleed Vlaanderen heeft Bite Back zich heel erg toegelegd op vegan outreach. Toen trok Bite Back de straat op om mensen te overtuigen om veganisme een kans te geven. Van radicale acties naar vegan outreach, dat lijkt me een grote stijlbreuk. Hoe kwam die er?

Benjamin: Ja, dat klopt. Ik ben nu drie decennia activist en ik denk te kunnen zeggen dat ik activisme in cycli zie verlopen, dat er om de zoveel tijd aan bepaalde soorten activisme wordt gedaan. Zo hebben we een tijd gehad dat er heel veel drukkingscampagnes werden gedaan, zoals indertijd Stop Huntington Life Science en de SHAC Campagne. Dat werkte heel erg goed. Zulke acties worden dan overgenomen in andere landen en voor je het weet wordt dat een internationale campagne. Zo ging het ook met de antibontcampagnes. Met Bite Back deden we daar ook graag aan mee, hetgeen erg goed werkte want zo hebben we bedrijven bontvrij gekregen. Maar zulke acties vinden dus in een internationale context plaats. Stilletjesaan begonnen meer en meer organisaties in te zetten op vegan outreach. Dus ook toen speelden wij onze rol en deden we aan vegan outreach. In die tijd werd het concept nog niet uitgedragen door andere organisaties in België. Dus, als je nu terugkijkt, kun je binnen de dierenrechtenbeweging ook tendensen zien. En als kleine nationale vereniging dien je ook te volgen wat er internationaal gebeurt. Ik ben blij dat die evolutie gaande blijft. En dat we leren uit wat er in het verleden werkte en wat niet werkte. 

 

Jo: Als er nu grote vegan organisaties zijn die zich op consumentenkeuzes toeleggen, moet een dierenrechtenvereniging dan niet opnieuw naar de kern van de zaak: dierenrechten?

Benjamin: Je kan je inderdaad afvragen: zetten we met z’n allen in op dezelfde campagnes of moeten we leegtes opvullen met andere campagnes en soorten acties. In dat opzicht vind ik het ook belangrijk dat Bite Back altijd een tool geweest is, een instrument voor andere activisten om mee aan de slag te gaan. Ik vind het belangrijk dat we dus de mogelijkheid creëren voor mensen om met onderwerpen aan de slag te gaan waar nog geen of weinig actie rond gebeurt. Maar ik blijf het ook belangrijk vinden dat we de piste van vegan outreach nooit helemaal verlaten en dat ze binnen een campagne als Stop De Dierindustrie een plaats blijft hebben. We moeten heel zeker de dieren centraal stellen, maar vegan outreach kan er ook voor zorgen dat we mensen ontmoeten die doorstromen naar activisme. Dat ze de morele nullijn – veganisme dus – met ons delen, maar dat we ze kunnen motiveren om verder te gaan en voor de rechten van dieren op te komen. Met als doel dat ze zich bij ons aansluiten, en echt wel op straat komen, misschien zelfs zelf events beginnen te organiseren om zo hun impact te vergroten en een verschil voor de dieren te kunnen maken. We hebben mensen altijd al warm willen maken voor activisme en vegan outreach is zeker een weg daarnaartoe. 

 

Jo: Want veganisme alleen is niet genoeg? 

Benjamin: Het is echt super als mensen vegan worden en blijven. Maar ik vind dat iedereen ook de verantwoordelijkheid heeft om meer te doen als hij of zij of hen dat kan doen. Om een stap verder te gaan. En dus het ook het dierenbevrijdings- en dierenrechten- gedachtegoed mee te verspreiden. 

Total liberation

 

Jo: Bite Back uit zich duidelijk als total liberation-vereniging. Hoe is dat tot stand gekomen?

Benjamin: Dat klopt. Dat is niet altijd zo geweest en stamt eigenlijk uit de tijd dat we veel aansluiting vonden bij andere organisaties uit Duitsland en Frankrijk. Daar werd al veel vroeger de link gelegd met andere kwrsties, zoals de anti-racismestrijd, de strijd om vrouwenrechten, solidariteit met de Palestijnen, verzet tegen fascisme en extreemrechts. Ik ben blij dat we in die richting geëvolueerd zijn, maar het is ons zeker niet altijd in dank afgenomen.

 

Jo: Hoezo?

Benjamin: Door ons over die onderwerpen uit te spreken verliezen we vaak aanhangers, leden, volgers op sociale media, zelfs activisten. Maar het was en is voor Bite Back een morele basis, waar we niet van afwijken. Nu, het is uiteraard altijd een proces. Bite Back is daarin ook moeten groeien en moet daarin nog steeds groeien vind ik. Hetzelfde geldt voor de achterban, niet iedereen evolueert in dezelfde richting. Zelfs binnen de leiding van de organisatie is total liberation in het verleden niet altijd een punt geweest waar iedereen het over eens was. Er zullen altijd mensen zijn die de reflex hebben: ‘er zijn al genoeg mensenrechtenorganisaties en we hebben al zo weinig tijd, moeten we ons nu ook nog eens bezighouden met mensenrechten?’ Een single issue-reflex dus. Ik denk dat we daar in België, in de dierenrechtenwereld, een pioniersrol hebben gespeeld. Ook denk ik dat als we de tijd nemen om onze total liberation-boodschap goed uit te leggen aan onze achterban, we dan heel veel mensen meekrijgen in dat verhaal. Maar we mogen natuurlijk niet in de val trappen van te denken dat onze gehele achterban mee is met bepaalde evoluties die we doormaken. Dat geldt voor verschillende acties: er zijn ook mensen, zelfs binnen de vereniging, die vonden dat we ons niet zoveel met dolfijnen moesten bezighouden of met bont, maar enkel met dieren in de dierenindustrie. Het gaat natuurlijk om die morele nullijn he. Als ik kijk hoe rechts en extreemrechts infiltreren in onze beweging en hoe extreemrechts gedachtegoed in de samenleving al genormaliseerd is, dan is het niet verwonderlijk dat ook in de dierenrechtenbeweging mensen zijn die vinden dat we ons niet met klimaat, transgenderrechten, Palestina, en andere vormen van emancipatiestrijd moeten bezighouden.

Mensen zeggen dan dat we ons niet moeten bezighouden met politiek, maar alles is politiek, ook dierenrechten: wij komen op voor de rechten van voelende wezens die rechten verdienen en die onderdrukt worden. Meer nog, we moeten waakzaam blijven voor wat er binnen de beweging gebeurt: ook binnen onze beweging is er misogynie (vrouwenhaat) en racisme, extreemrechts gedachtegoed en transfobie. We worden nu met dezelfde maatschappelijke problemen geconfronteerd als 15 jaar geleden bijvoorbeeld, maar ook weer met andere. Het is dus steeds een proces, een evolutie. 

 

Jo: Van evolutie gesproken. In jouw jaren heb je heel veel activisten zien komen en gaan. Er is binnen onze beweging zelfs in die mate een verloop van activisten dat het moeilijk wordt om verder te groeien en een grote, volwassen beweging te worden, zoals bijvoorbeeld de milieubeweging of klimaatbeweging dat is. Altijd nieuwe mensen die moeten worden opgeleid, dezelfde fouten maken als 5 of 10 jaar geleden. Met jouw jaren van activisme ben je eigenlijk een unicum. Hoe heb jij het al die tijd volgehouden?

Benjamin: Ik zei het al, alles is in evolutie. En evolutie vraagt aanpassing, aan nieuwe situaties gewoon worden, of dat nu op individueel niveau is, in een relatie, binnen een organisatie of binnen een beweging. De enige constante is verandering. Mensen, organisaties en bewegingen veranderen. Er kunnen 101 redenen zijn waarom mensen wegblijven. Die constante verandering kan ook een motivator zijn, want verandering wil ook zeggen dat er veel mogelijk is. Nog niet lang geleden ben ik iemand tegengekomen die ik 25 jaar geleden voor het laatst had gezien tijdens acties. Die persoon kwam nu opnieuw opdagen en wilde opnieuw meedoen met dierenrechtenacties, nadat hij een kind had grootgebracht dat bijna de deur uit was. Ik bedoel maar, het kan zijn dat je voor altijd wegblijft, maar het kan soms gebeuren dat je voor 15 of 20 jaar wegblijft en uiteindelijk toch terugkomt. We moeten sowieso in elke beweging roeien met de riemen die we hebben. We proberen mensen zo lang mogelijk in de beweging te houden, dat wel. Maar dat er een opfrissing komt en dat er nieuwe mensen bijkomen is minstens even belangrijk. Ook voor een nieuwe wind, voor een nieuw perspectief, om jong van geest te blijven binnen de beweging en binnen de organisatie. Dus dat altijd alles in evolutie is, motiveert mij ook. Dat gezegd zijnde heb ik ook wel twee burn-outs achter de rug. Dus als je te zeer investeert, te veel alleen met één ding bezig bent, betaal je daar een prijs voor, want vroeg of laat, zelfs heel laat, bijt je dan toch je tanden stuk. Dus het blijft altijd een evenwicht vinden tussen je inzet voor dieren en je vrije tijd. 

 

Camino Francés

 

Jo: Van evolutie gesproken. Na bijna voortdurend met Bite Back, dierenrechten en sociale rechtvaardigheid bezig te zijn, heb je, na twee burn-outs en een pauze uit de beweging, jezelf opnieuw uitgevonden: je bent aan de slag op een CSA boerderij (Community Shared Agriculture), je bent opnieuw activist bij Bite Back en je bent ook klimmer en thru-hiker (lange afstandswandelaar) geworden. Je hebt een nieuw evenwicht gevonden, je bent met nieuwe dingen in je leven aan de slag gegaan, maar je bent toch teruggekomen naar Bite Back, waarna het bestuur je ook meteen tot erevoorzitter heeft benoemd?

Benjamin: Jazeker. Het is gewoon een belangrijk deel van wie ik ben. Als je er zo lang mee bezig bent, wordt het ook een deel van je identiteit. Het is een waarde waar ik voor sta en die verandert niet door burn-outs. Nu, de intensiteit is natuurlijk veranderd, maar de ideeën dat betere dierenrechten, dierenbevrijding en total liberation bereikt moeten worden, die ideeën zal ik op mijn sterfbed waarschijnlijk nog altijd hebben. Ik ben ook superblij met de nieuwe ploeg, het bestuur, de activisten. Blij dat het werk wordt voortgezet, dat Bite Back nog altijd een tool voor activisten is. Ik zou met een ander gevoel zitten als na mij ook de hele organisatie gestopt zou zijn. Want dat was niet ondenkbaar en is in het verleden zeker al met andere verenigingen gebeurd. Dat de strijd voortgaat, geeft mij nieuwe energie. Zoals je zegt, heb ik nu ook andere passies ontdekt, die mij veel energie geven. Met het voordeel van de terugblik besef ik dat ik me wellicht veel eerder ook op andere passies had moeten toeleggen en veel eerder een evenwicht had moeten vinden.

 

Jo: Ik kreeg tijdens je afwezigheid van ontzettend veel mensen de vraag hoe het met je ging. Kan ik vandaag tegen die mensen zeggen dat je een betere balans gevonden hebt, dat je gelukkiger in het leven staat dan toen, in die laatste periode, waarin je heel intens met Bite Back bezig was? 

Benjamin: Ja, heel zeker. Er is een periode geweest dat ik elke dag moest vechten om het te blijven doen, en dat het zo’n worsteling werd dat het ook niet meer productief was, niet voor mijzelf, niet voor de organisatie. Die periode ligt nu zeker achter mij. En ja, soms moet je beslissingen nemen en toch niet blijven gaan met de moed der wanhoop. Ik denk dat dat voor het eigen leven geldt, maar ook soms voor bepaalde campagnes en acties. Soms moet je dingen laten gaan, een nieuw perspectief zoeken, nieuwe energie opdoen en dan gewoon op een andere manier ertegenaan gaan. Dat is ook belangrijk, denk ik, voor een organisatie, voor een beweging, om zich constant in vraag te proberen stellen en zelfkritisch te zijn en te kijken wat werkt en wat niet werkt. Als er op een gegeven moment dingen niet werken, dan moet je loslaten. Daar komt iets anders voor in plaats. 

 

Jo: Wat is je mooiste wandeling van het afgelopen jaar? 

Benjamin: (gelukzalig) De mooiste wandeling was de Mullerthal trail, route 2, in Luxemburg. Niet de langste, maar wel de mooiste! Maar het jaar is nog niet voorbij! 

 

Jo: Wat ligt er dan nog in het vooruitzicht? 

Benjamin: In december probeer ik de pelgrimstocht naar Santiago de Compostella te doen, meer bepaald de Camino Francés. Van Zuid-Frankrijk naar Santiago. Een slordige 800 km in 30 dagen en dan nog eens 100 kilometer naar de Atlantische Oceaan. (lacht) Daar kijk ik dan naar uit, een beetje met spanning. Het is de eerste keer dat ik alleen een lange afstand wandel en dan nog in de winter. Ik denk dat het wel een heel verrijkende ervaring zal zijn. Ik zal zo vaak in mijn eigen gezelschap zijn, maar toch ook in het gezelschap van andere mensen die hetzelfde aan het doen zijn. Daar kijk ik naar uit.

 

Jo: Ik wens je heel veel plezier, reflectie en droge dagen. Bedankt voor je tijd, niet alleen vandaag maar alle tijd waarin je je voor dieren- en mensenrechten hebt ingezet en nog altijd inzet. Bedankt voor wat je voor de beweging betekent. Het gaat je goed Benjamin. 

Benjamin: Graag gedaan. Op naar de volgende actie!