Zie je me?

03-06-2006

Ik zag je zitten in je kleine kooi. En ik hoorde je schreeuwen, want fluiten kon ik het niet noemen. Jacko was je naam. Jacko de kleine, blauwe dwergpapegaai. ‘Wil je hem meenemen, alsjeblieft?’, smeekte de oude vrouw. Hij bleek een ongewild en ongewenst cadeau van haar kleindochter. Ze werd horendol van zijn geschreeuw. Iedere keer dat ik er voor mijn werk kwam, nam ik een stukje fruit en een vogelsnoepstengel voor hem mee tegen de verveling. Ze speelde handig in op mijn gevoel, omdat ze wist dat ik zijn gevangenschap maar niets vond. En zo ging Jacko met me mee.

Maar ik wilde wel de kooi mee, omdat ik wilde voorkomen dat er opnieuw impulsief een ander dier zou worden in opgesloten.  Jacko ging van kleine kooi naar een ruime voli ¨re waar hij tenminste kon vliegen, kreeg soortgenoten en koos zijn eigen vrouwtje. Hij knapte zienderogen op. Lovebirds worden deze prachtige vogels genoemd, omdat ze trouw zijn aan hun partner en de hele dag aan het fletsen en het kroelen zijn. Veel te vaak vereenzamen deze prachtige dieren, en zitten alleen te verpieteren in een kooitje ergens achter een raam.

Zie je het, probeer dan de situatie voor desbetreffend dier ten goede te veranderen.

Niemand vindt het leuk om levenslang opgesloten te zitten, ook dieren niet. Om de eenzaamheid van sommige oma’s en opa’s (trachten) te verdrijven, worden van vele Jacko’s hun levens verwoest door ze eenzaam op te sluiten. Allicht goed bedoeld, maar zeker ondoordacht.  Je spreekt pas van een diervriendelijk ‘leven’, zodra je een dier die ruimte gunt die in overeenstemming is met zijn/haar natuurlijke behoeftes. Ik kon Jacko niet terugvliegen naar Afrika, maar ik kon hem wel een meer dierwaardig leven geven.

‘Als jij hem niet neemt, dan nemen we hem mee naar de dierenarts voor een spuitje.’ Klinkt het je bekend in de oren? Zodra mensen weten dat je om dieren geeft, proberen ze je emotioneel te chanteren om maar van hun huisdier af te geraken.  Plotselinge allergieën, kindje in zicht, verhuizing en al die andere redenen die altijd worden aangegeven. Ik hou niet van dat dreigen met een ‘spuitje’. Je hebt net zo goed voor dieren een zorgplicht. En een gezond dier vermoorden omdat je er niet meer voor wilt zorgen, zonder je best te doen om een nieuwe goede thuis te zoeken, zegt veel over de mentaliteit van die mensen zelf. Helaas werken dierenartsen hieraan mee. In plaats van die mensen naar een goed asiel door te verwijzen of een oproep te verspreiden voor een nieuwe thuis, doen ze wat ‘de baasjes’ vragen, en zetten een dodelijke spuit in een dier dat nog lang niet levensmoe is. Een dier wordt gezien als eigendom. Dus ‘de eigenaar’ bepaalt ten goede, maar vaak ook ten kwade, wat er mee gebeuren mag. Het kopen van dieren houdt die mentaliteit in stand. Dieren zijn handelswaar, ook in de huisdierenbranche.

De strijd voor dierenrechten begint soms dichter bij je huis dan je zou vermoeden. Hoeveel honden zitten er niet levenslang opgesloten in kleine kennels in een tuin of op een erf?  Als je hen een tijdje kan observeren, dan zie je dat ze, net als sommige dieren die in dierentuinen opgesloten zitten, ook stereotype gedragingen vertonen. Zoals bijvoorbeeld steeds tegen de muur opspringen, steeds langs de tralies schuren. Wat moeten ze anders? Of liever: wat kunnen ze anders in zo’n beperkte ruimte? De honden blaffen vaak de hele dag/nacht aan é én stuk door. Levende alarmsystemen. Dat blaffen is vaak letterlijk een schreeuw om aandacht. En alle aandacht is voor zo’n hond goed, ook al is het negatieve aandacht als ‘de baas’ weer eens op hem schreeuwt om ‘te zwijgen’.

Zolang dieren worden gezien als eigendom, zullen deze praktijken blijven voortduren, vrees ik. Impulsaankopen van dieren in dierenwinkels en dierenmarkten, met verstrekkende, desastreuze gevolgen voor de dieren zelf.

Aan jou om je ogen de kost te geven, en een dier te willen helpen als de situatie erom vraagt.

Voor de dieren,

Marianne Huiberts,
Voorzitter Bite Back vzw