Industriële doden
Industrieel vissen is extreem brutaal en decimeert het aantal vissen. Ongeveer een kwart van de vangst wordt gedumpt in de zee. Een derde van de vangst eindigt als vismeel of olie, wat onder andere gebruikt wordt als veevoer of voer voor andere vissen of schaaldieren. Jaarlijks is de visserij verantwoordelijk voor de dood van miljarden vissen, een dood die allesbehalve snel en pijnloos is.
Een meedogenloze jacht
Bij het vissen met sleepnetten jaagt een vissersboot op een school vissen met een gigantisch net. Meestal wordt een zware ketting aan het net bevestigd, welke over de zeebodem wordt gesleept om zo de dieren te desoriënteren en op te jagen. Wat achterblijft is een volledig verwoest onderzees landschap. De vissen zijn zo in paniek dat ze blijven zwemmen tot ze compleet zijn uitgeput. Uiteindelijk raken ze allemaal verstrikt in het net waar ze soms meerdere uren op elkaar gepakt blijven zitten terwijl ze diverse kwetsuren oplopen door afval en stenen die door het net werden opgeschept. Vele vissen zijn zo zwaar gewond en samengedrukt dat ze zelfs niet meer kunnen ademen.
Door de snelle stijging van het net naar de oppervlakte zorgt de decompressie ervoor dat hun zwemblaas ontploft, dat hun ogen uit hun kassen springen of dat hun maag en/of slokdarm uit hun mond wordt geperst.
Kleinere vissen worden vervolgens in het ijs gegooid waar ze sterven door verstikking of verpletterd worden door de lagen vis die erboven op worden gegooid. Grotere vissen worden meestal bij volle bewustzijn uit het water gehaald. De ongewenste bijvangst wordt gewoon over boord gekieperd, meestal met een riek.
Dodelijke vallen
In de val (sleepnetten)
Sleepnetten worden meestal gebruikt om kleine vissen te vangen die in redelijk ondiep water zwemmen (sardines, ansjovis, haring, tonijn, …). De trawlers laten verticale netten (soms van meer dan een kilometer lang) in zee die zich rond een school vissen sluiten. Deze 100 meter diepe netten sluiten zich rond de school vissen die dan aan boord worden gehesen. De vissen worden meestal gedumpt in vloeibare pekel die net onder het vriespunt wordt gehouden. Vele vissen worden verpletterd of stikken op die manier. De anderen sterven door thermische shock.
Gevangenen van het net (kieuwnetten)
In é én voormiddag kan de bemanning van een vissersboot zo’n 3 kilometer kieuwnetten uitzetten. Deze netten hangen zo’n 30 meter van het oppervlak naar beneden. Vissen merken dit niet op en zwemmen in het net. Als ze zich proberen los te trekken raken ze met hun kieuwen verstrikt in de mazen. Ook hier stikken veel vissen, terwijl anderen door het spartelen zichzelf ernstig kwetsen en doodbloeden. De netten worden niet dagelijks opgehaald zodat vissen soms dagenlang hevige pijn moeten ondergaan. Veel van deze vissen worden aangevallen door parasieten of andere vissen. Als het net eindelijk aan boord wordt gehaald, worden de vissen met een haak uit de mazen getrokken.
Onmetelijk lijden en dood
Vissen met lange lijn: urenlange marteling
Deze lange lijnen (longlines) kunnen ettelijke kilometers lang zijn en hangen vol met aashaken. Ze liggen op de bodem van de zee, op mid-level of dicht bij de oppervlakte om zo grotere vissen te kunnen vangen (tonijn, zwaardvis, haai…), maar ook kleinere vissen. Vele vissen slikken de vishaak in en trekken vervolgens hun eigen slokdarm of maag kapot als ze zich proberen los te werken. Omdat veel van deze lijnen soms pas na vele uren of dagen worden ingehaald is het voor de vissen een lange lijdensweg.
Bijvangst
Ongeveer 25% van de gevangen vis wordt terug in het water gegooid, dood, gekwetst of uitgeput, omdat ze te klein zijn of niet gewenst. Deze slachting gaat in stijgende lijn want, door de instandhoudingsmaatregelen werden er quota opgelegd qua grootte en hoeveelheid vissen. Jonge vissen worden nog steeds gevangen maar worden gewoon terug in zee gegooid, meestal dood.
Als de quota voor é én soort worden gehaald, worden alle vissen van deze soort weggegooid naarmate de visserij verder gaat met quota voor andere soorten.
Overbevissing : uitroeiing
We spreken van overbevissing wanneer de vangst zo dodelijk wordt dat volledige vispopulaties er niet langer in slagen zichzelf opnieuw te bevolken en afglijden naar totale uitsterving.
Zowel economen als ecologen waarschuwen voor een instorting van “visbestanden”. In werkelijkheid is de slachting al overgegaan in uitroeiing. In 1974 was 10% van het visbestand overbevist, in 2011 was dit reeds 30% en was zo’n 60% van het visbestand volledig uitgeput.
De omvang van dit bloedbad wordt grotendeels genegeerd. Overbevissing heeft geleid tot de volledige ondergang van bepaalde vissoorten. Ondanks de onafgebroken ontwikkeling van nieuwe vangsttechnieken en het stijgend aantal vissersschepen, is het aantal gevangen vissen twintig jaar geleden gestabiliseerd op 90 miljoen ton per jaar. De schepen vissen ieder jaar dieper en dieper en vangen ieder jaar steeds kleinere vissen. Vandaar dat vandaag 1.000 kg gevangen vis meer dode individuen betekent dan ooit tevoren.
De visvangst veroorzaakt massale sterfte bij zeedieren en het is rampzalig voor het mariene ecosysteem, meer nog dan vervuiling en de opwarming van de aarde. En nog belangrijker, het is de oorzaak van extreem lijden en talloze doden.
Aquacultuur : geconcentreerde horror
De wereldproductie van gekweekte vis groeit zeer snel. Deze viskwekerijen zijn vandaag de dag verantwoordelijk voor de productie van meer dan 50% vissen en garnalen bestemd voor menselijke consumptie.
Honderden miljarden vissen leven hun korte, ellendige levens op elkaar gepakt in onderwaterkooien, bassins of watertanks. Sommige van deze kwekerijen zijn een gevangenis voor meer dan een half miljoen dieren.
Hun leven in deze krappe omstandigheden is er een van stress, frustratie en agressie. Kwetsuren komen zeer frequent voor en vele dieren worden het slachtoffer van vleesetende parasieten en blijvende infecties. Het dodental is soms veel hoger dan bij de slechtste vorm van intensieve veeteelt.
Daarenboven zijn schaaldieren zeer gewild op de markt. Deze van nature carnivoren worden gevoerd met kleine visjes die speciaal hiervoor zijn gevangen en verwerkt tot vismeel of -olie.
Sommige van de vissen worden verdoofd alvorens ze worden afgemaakt, hetzij met bruut geweld, elektrocutie of het verhogen van het CO2 gehalte in het water. Het meppen op de vissen heeft meestal enkel kwetsuren tot gevolg en ze raken zelden bewusteloos hierdoor. Bij elektrocutie is zo’n 10% van de vissen bij volle bewustzijn en het verhogen van het CO2 gehalte wordt als “inhumaan” beschouwd door de Europese overheden. De meeste vissen worden eigenlijk gewoon achtergelaten tot ze stikken en/of worden ontdaan van bloed en ingewanden terwijl ze nog bij bewustzijn zijn.
Deze kwekerijen doden veel meer dieren dan de intensieve veeteelt die o.a. kippen, varkens, schapen, koeien, kalveren, geiten en paarden uitbuit.
Als we nu niets ondernemen zal de productie in de viskwekerijen in de komende tien jaar met zo’n 29 miljoen ton stijgen en zo nog meer ontelbare levens onderwerpen aan een gruwelijke, pijnlijke behandeling.
Aquaria
Vissen worden soms gebruikt voor experimenten, maar worden ook als huisdier gehouden.
Honderden miljoenen gestresseerde en kwetsbare vissen zijn veroordeeld tot een leven in een glazen gevangenis, onderhevig aan temperatuurschommelingen en vervuiling. Omdat ze zich niet kunnen verstoppen voor eventuele dreigingen raken ze in paniek en knallen zo tegen het glas, vaak met de dood tot gevolg. Het lawaai van luidsprekers of dichtslaande deuren kan veel stress veroorzaken voor deze dieren, waardoor ze vaak gewond geraken.
Gedoemd om steeds opnieuw dezelfde liters water te verkennen en hetzelfde voer te eten, sterven vele vissen van verveling. Als ze een vriend verliezen kunnen vissen depressief worden en wegkwijnen. Slechts 10% overleeft een introductie in een aquarium, de rest wordt meestal binnen het jaar vervangen. Ieder individu is slechts enkele euro’s waard en er is geen enkele wet die de vangst en handel van deze dieren reguleert.
Veel van deze dieren sterven tijdens het transport van de plek waar ze gevangen zijn of de kwekerij. De vangst zelf is verantwoordelijk voor de dood of kwetsuren van honderden miljoenen vissen. Zo’n 60% sterft nog voor ze kunnen verscheept worden.
Het houden van siervissen is een menselijke gril die verwoestende gevolgen heeft voor deze dieren.
Recreatief vissen
Doorprikt met vishaken vechten de slachtoffers van het recreatief vissen voor hun leven en hun vrijheid. Terwijl ze minutenlang aan een vislijn worden voortgetrokken, laten de vissen gas ontsnappen uit hun zwemblaas, waardoor ze zinken, hetzelfde resultaat alsof ze continu onderhevig zouden zijn aan intense stroomstoten. Soms zijn ze al dood van uitputting vooraleer ze uit het water worden getrokken. Recreatief vissen onderwerpt hen aan intense angst en lijden.
Vissers trekken soms grotere vissen aan boord door hen te steken met scherpe stokken en hen zelfs levend te villen. Ook steken ze touwen door de bek of kieuwen om hen zo urenlang gevangen te houden in het water.
De meeste gevangen vissen sterven door verstikking, een karper kan zo een doodsstrijd ondergaan van een uur.
Zelfs de vissen die na de vangst terug worden gegooid sterven meestal aan hun verwondingen. De meeste worden vrijgelaten met haken die blijven steken in hun kieuwen of organen. Later sterven ze door infecties, honger of beide.
Vissen is ook pure horror voor kleine visjes die dienen als aas, met haken door hun rug, lippen of ogen.
Recreatief vissen is allesbehalve onschuldig. We hebben niet het recht om lijden en dood te veroorzaken zonder enige reden. Dergelijke gewelddadige praktijken zouden illegaal moeten zijn.