![]() |
Jacht is moord! |
De katholieke zegeningen van jagers en honden staan weer voor de deur.
De legende wil namelijk dat St. Hubertus op Goede Vrijdag van het jaar 683 tegen het geheiligde gebruik in om deze dag in vrome bezinning door te brengen, te paard met zijn honden op jacht ging.Weldra kwam hij op het spoor van een groot hert. Hij achtervolgde het dier urenlang en toen de honden het in het avondschemering klem gezet hadden, draaide het zich om. Tussen de stangen van het gewei blonk een kruis. Hubertus hoorde een stem uit een andere wereld zeggen: “Van heden af zult gij niet meer jagen”. Duidelijke taal. Bijgeloof en volksverhaaltjes maakten van deze man de schutspatroon van jagers en honden. Wat een hoogmoed om dat te verbinden aan christelijke normen en waarden. Respect en mededogen voor al wat leeft waren de ware intenties van Jezus Christus. Met het rentmeesterschap is het slecht gesteld.
In plaats van respectvol met de aarde en de dieren om te gaan is de mens geworden tot een jager van eigenbelangen. Alle denkbare argumenten worden aangedragen om weerloze dieren te blijven afknallen. Er zouden er te veel zijn: dit terwijl sommige jagers dieren als bijv. fazanten en wilde zwijnen kunstmatig bijvoeren, om ze, als ze handtam zijn geworden en hun ‘verzorgers’ herkennen hen lafhartig neer te schieten. Het vergiftigen van roofvogels, vossen, katten en honden worden afgedaan als ‘groene praatjes’. Dit terwijl er regelmatig (erkende) jagers op heterdaad worden betrapt en gerechtelijk vervolgd. Natuurlijke predatoren als vossen, roofvogels en marterachtigen van bijv. konijnen, hazen, fazanten en vogels worden zwartgemaakt en buiten proporties uitvergrote verhalen de wereld ingestuurd over ‘de verschrikkingen die zij zouden aanrichten’. Realiteit is dat een jager niet wil delen. Want hoe minder natuurlijke vijanden van konijnen, hazen en fazanten er zijn, des te minder er valt te “oogsten” door jagers. En ingezegend met een scheut wijwater en een kerkelijke zegen trekken jagers de velden en bossen in om weerloze dieren op te jagen, uit te putten en lafhartig af te schieten. Mochten dieren gezegend zijn dan mogen ze nog van “geluk” spreken als ze met é én schot hagel of kogel worden afgemaakt. Opvangcentra krijgen niet zelden de aangeschoten dieren binnen.
Hoe kan het in godsnaam dat de katholieke kerk zijn volle medewerking geeft aan het zegeningen van jagers, geweren en jachthonden? Het wordt de hoogste tijd dat de kerk eens bij zichzelf ten rade gaat en overgaat tot een vreedzamer alternatief: het zegenen van velden, akkers en bossen en zijn dierlijke bewoners. Om hen te beschermen tegen geweldenaars met geweren.
Voor de dieren,
Marianne Huiberts,
Voorzitter Bite Back vzw