Deze ochtend trok een artikel op HLN onze aandacht. Het ‘haanslaan’ in Riemst gaat tegenwoordig nog steeds door. Tijdens deze traditie moeten ongehuwde vrouwen de kop afhakken van een reeds gedode, ondersteboven bengelende, haan.
Drie jaar geleden kwam Riemst in opspraak voor dit haanslaan. Er werd toen een charter opgemaakt dat het event ‘diervriendelijker’ zou maken, maar dit charter legde het event ook vast voor de komende 100 jaar.
Wij vinden dat het haanslaan pas écht diervriendelijk wordt wanneer er geen haan meer gebruikt wordt voor dit traditionele vermaak. Daarom stuurden wij een brief naar de gemeente Riemst om te vragen of ze willen stoppen met het gebruik van dieren voor vertier en willen overstappen naar een alternatief, zoals ze reeds eerder in het Nederlandse Grevenbicht deden.
Geachte,
Drie jaar geleden liet de gemeente Riemst samen met de muziekverenigingen, Dienst Dierenwelzijn, FARO en het Centrum Agrarische Geschiedenis (CAG) een charter opstellen i.v.m. het haanslaan tijdens Zussenkermis.
Wij erkennen dat traditie en (im)materieel cultureel erfgoed belangrijk zijn in onze samenleving. We zien dat er aanpassingen aan de traditie van het haanslaan gebeurd zijn bij het opmaken van het charter. De haan mag niet meer gestolen worden bij de andere partij, maar moet aangekocht worden bij een poulier én hij moet geslacht worden door een erkende slager.
We betreuren het dat er net in zulk charter gesporken wordt over de “innige band tussen het samenleven van mens en dier[1]”, maar dat hiervoor dieren dienen te sterven. Bij het opmaken van het charter zei Dr. Bisschop van het CAG reeds dat onze manier van denken en omgaan met dieren de afgelopen honderd jaar ingrijpend veranderd is. Ze zei ook “Het mooie aan immaterieel erfgoed is dat al deze tradities van generatie op generatie worden overgedragen en mee evolueren. Het aanpassen van de traditie van het haanslaan aan de huidige maatschappelijke normen en verwachtingen door de gemeenschap van Zussen is een waardevol voorbeeld.. Zo wordt het dynamische karakter van immaterieel erfgoed treffend aangetoond[2].”
Aangezien we onze tradities aan de huidige normen en waarden kunnen aanpassen, lijkt het ons waardevol een stapje verder te gaan dan wat er in het charter is opgenomen. Ook al is de haan reeds op voorhand gedood, toch zorgt dit nog steeds voor onnodig lijden en getuigt het van een gebrek aan respect voor het dier. De haan wordt namelijk gebruikt als voorwerp van vermaak, terwijl hij makkelijk door een niet levend wezen vervangen kan worden. Creatievelingen kunnen vast wel wat alternatieven bedenken, we denken al meteen aan een object gemaakt van papier-mach é (zoals een pi ±ata). Of u kunt het Nederlandse Grevenbicht als voorbeeld nemen. Zij vervingen de gans bij het ganstrekken door een nepgans uit kunststof[3].
Welk signaal geven we aan de volgende generatie, aan kinderen, door dit gedrag op een publieke plaats te stellen? Willen we niet dat de toekomstige generatie nog beter met dieren omgaat dan we dat nu doen? Als kinderen zien dat dieren mishandeld worden, zijn ze zelf ook meer vatbaar om later zulk gedrag te stellen[4].
Door dit charter wordt de indruk gewekt dat het haanslaan nu op diervriendelijke wijze gebeurt. Kunnen we echter over ‘diervriendelijk’ spreken wanneer er een dier gedood moet worden voor vertier?We hopen oprecht dat u als gemeente nog net dat stapje vooruitstrevender durft te zijn. Dat u het gebruiken van dieren voor vermaak in vraag durft stellen. Indien u hiervoor stappen onderneemt, zult u zeker uw voortrekkersrol kunnen behouden.
Hoogachtend,
Bite Back vzw[1]Bron: https://hetvirtueleland.be/themes/CAG/images/nieuwsbrieven/sept_2016/charter_20160826125704.pdf
[2]Bron: https://volkskunde-limburg.be/wp-content/uploads/2019/03/Riemst_haanslaan_in_charter-2016.pdf
[3]Bron: https://www.limburger.nl/cnt/dmf20190305_00095172/grevenbicht-snoert-criticasters-de-mond-met-nepgans
[4]Bron: https://www.wihumane.org/advocacy/laws/animal-abuse-violence