Hittegolf en dierenleed

18-07-2006
Opgesloten achter tralies voor hun vlees

18 Juli 2006 – Tijdens deze tropische dagen zoekt iedereen wanhopig verkoeling en beschutting tegen de hitte. Veel dieren kunnen dit helaas niet. Zij zitten opgesloten in veel te kleine, benauwende hokken in de bio-industrie stallen. Vleeskalveren zitten opgesloten in krappe hokken, fokzeugen staan vast tussen ijzeren stangen en onder andere kippen, eenden en kalkoenen zitten met duizenden opeengepakt in schuren. Hun leed blijft uit het zicht en dus uit het geweten van vele mensen. Men ziet tijdens landelijke uitstapjes alleen de buitenkant van grote industriële schuren, zonder goed te beseffen dat daar (tien) duizenden dieren in opgesloten zitten. Hun korte ellendige leven wordt nog verergerd tijdens deze zomermaanden.

 

Ze kunnen geen kant op, veel dieren staan te krap en zelfs aangeketend. Jaarlijks terugkerend verschijnsel bij tropische dagen: de brandweer rukt regelmatig uit om de daken van bio-industriestallen nat te spuiten, wat de temperaturen in de stallen (na uren water te spuiten) zou moeten doen zakken, om te voorkomen dat er nog meer uitval (lees: inkomstenderving) van slachtrijpe dieren zou zijn. Geautomatiseerde ventilatoren in bio-industrie fabrieksstallen die uitvallen: als er dan niet snel genoeg wordt gehandeld, stikken de dieren al na korte tijd.

Blijkbaar mag dieren alles worden aangedaan, zolang er economische belangen mee gemoeid zijn. Alles toegestaan voor een stukje vlees. Om nog maar te zwijgen over die vreselijke diertransporten, die onverbiddelijk doorgaan om de appetijt naar vlees te stillen.

 

Vele runderen, paarden en schapen die wel buiten lopen zijn niet veel beter af tijdens deze dagen. Nergens of (zeer) beperkte schaduwplekjes en brak water. We kunnen er met z’n allen voor zorgen, dat dieren niet meer zo hoeven af te zien door mondig te zijn en hun basisbehoeften zoals vers water en schaduw onder de aandacht te brengen van de eigenaren van deze dieren, de overheid, de politie en de inspecteurs van lokale dierenbeschermingsorganisaties. Het aanplanten van bomen en het aanbrengen van voldoende andere beschutting én het geven van voldoende, zuiver drinkwater kan een hoop dierenleed in weides voorkomen. Wat de dieren in de bio-industrie betreft: hun lijden kan makkelijker worden voorkomen, simpelweg door te besluiten bij de inkopen te kiezen voor diervriendelijk geproduceerde producten. Iedere supermarkt en natuurvoedings-winkel heeft tegenwoordig een uitgebreid assortiment vegetarische en veganistische producten.

Eten met geweten.

Want hoe je het ook wendt of keert: een intensieve veehouder houdt dieren in deze omstandigheden, zet dieren op (inter)nationaal transport richting slachthuizen en buitenlandse vetmesterijen, enkel en alleen omdat mensen vlees willen eten. De boer heeft natuurlijk zijn verantwoordelijkheid in dit systeem, maar laten we zeker de consument niet vergeten. Durf het hele ‘plaatje’ onder ogen te zien. Dieren in de vleesindustrie snakken niet alleen naar frisse lucht, maar vooral naar mensen die zich bewust worden van hun eigen aandeel inzake dit dierenleed. Boeren met de vinger wijzen is makkelijk, moeilijker is het  tot eigen inzicht te komen dat alles draait om vraag en aanbod, en dat jij daar als consument een hele belangrijke rol inspeelt. Het moeilijkst is om dit inzicht om te zetten in daden, maar de dieren kan je op geen enkele manier efficiënter helpen …

 

Voor de dieren,

 

Marianne Huiberts,
Voorzitter Bite Back vzw