Ben jij écht voor dierenrechten?

28-08-2006

Laten we de realiteit eens goed bekijken. Dieren moeten in deze wereld overal voor dienen: voor voeding, voor kleding, voor amusement, voor gebruik in testen enz. In feite danken heel wat dieren hun ‘leven’ enkel en alleen omdat ze speciaal op de wereld gezet zijn door mensen die ze ergens voor willen gebruiken. En dat ‘leven’ zou volgens sommigen het allerhoogste zijn. Dus er enkel ‘zijn’ omdat je lichaam ergens voor gebruikt kan worden. Mensen zien dieren vaak als ‘iets dat voor hen nuttig moet zijn’. Dat horen wij dierenrechtenactivisten wel eens vaker: ‘Waar is een varken anders goed voor, behalve om opgegeten te worden?’ ‘Ze mogen blij zijn dat ze er zijn, dan dienen ze tenminste nog ergens voor.’ Dit zijn typische speciesistische uitspraken.

 

Speciesisme discrimineert op grond van soort, zoals racisme discrimineert op grond van ras of seksisme op grond van geslacht. Veel mensen discrimineren op grond van de soort waartoe ze al dan niet behoren, ondanks het feit dat ze voor dierenwelzijn zijn. De meeste mensen zijn voor dierenwelzijn. Maar inherent aan het begrip dierenwelzijn ligt het feit dat veel diersoorten gebruikt en gedood mogen worden, bijvoorbeeld voor hun vlees, voor hun vel, voor bepaalde vormen van vermaak zoals dierentuinen (achter de schermen worden overtollige dieren gedood en doorverkocht aan dierenhandelaren), voor bepaalde dierproeven enz., zolang ze maar goed behandeld worden.  Pleitbezorgers voor dierenwelzijn gunnen bepaalde dieren tenminste een ‘waardig’ leven, alvorens ze hen het leven (laten) afnemen, want dat laatste is de realiteit en daar zijn ze tenslotte voor in het leven gewekt.  Niet dat er van dat waardige leven in de praktijk maar iets van terechtkomt. Want daar waar mensen geld verdienen aan dieren, vergaat het hen nooit goed, en is de respectloosheid ten aanzien van hen dagdagelijkse kost. Het dier delft altijd het onderspit. Het is naïef om alle verantwoordelijkheid en de controle op hun behandeling en hun doden bij de overheid neer te willen leggen. Hun welzijn en noden zijn geen prioriteit bij de overheid. Die verantwoordelijkheid ligt bij de maatschappij. En helaas worden de meeste dieren als producten, als bezit bekeken door de maatschappij.

Dierenwelzijn is totaal iets anders dan dierenrechten. Soms heeft het raakvlakken. Maar daar waar dierenrechtenmensen strijden voor abolitionisme ( voor de onvoorwaardelijke afschaffing van de uitbuiting van de dieren), pleiten dierenwelzijnsmensen vooral voor veranderingen in de industrieën die dieren gebruiken, enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten voor de meer toegankelijke onderwerpen waar het grote publiek ook voor afschaffing pleit (zoals een verbod op zeehondenbont, waar geen directe eigen belangen bij in het gedrang komen, dit in tegenstelling tot een kritische blik op de eigen vleesconsumptie, waar dat vaak wel het geval is). Echte veranderingen worden er echter niet doorgevoerd.  De kooien worden iets groter, er ligt een baal stro in, je hebt je handtekening gezet voor een beetje meer ruimte, maar… zijn of haar leven staat nog altijd geheel ten dienste van de mens en zal sowieso vroegtijdig eindigen in het belang van de mens. Heel even lijkt het of er wezenlijke veranderingen zijn, en is het geweten gesust. Maar verandert er voor de dieren in kwestie werkelijk iets? Probeer daar eens over na te denken. Boodschap is het bij de kern van de zaak te beginnen: bij respect en mededogen. Zo moeilijk is het niet om diervriendelijk te leven. Wees gerust: je kan gewoon je frietjes blijven eten, je spaghetti, je ijsje e.d., je hoeft alleen maar naar plantaardige alternatieven te willen zoeken. That’s all.

Bepaalde excessen – wat het niet zijn, maar wel gewone dagdagelijkse misbruiken, die er in sluipen omdat bij mensen die economisch met dieren werken, zoals kippenvangers of veehandelaren, een soort van gewenning aan lijden optreedt – zoals we die kennen bij diertransporten, tijdens veemarkten en dergelijke telkens proberen te bestrijden, dat is waar mensen zich om bekommeren die ijveren voor meer dierenwelzijn.  Het gebruik van dieren houdt echter ook het misbruik van dieren in stand. Want of je deze vormen van dierenmisbruik nu afkeurt of niet: de realiteit is dat wanneer je op zich niet tegen het gebruik van dieren bent, als ze maar goed behandeld worden, ze vroeg of laat, of je dat nu wilt of niet, toch wel aan dit soort gruwelpraktijken worden overgeleverd.

Dierenrechtenorganisaties zoals Bite Back durven mensen ook te confronteren met hun eigen invloed op dierenlevens in de diverse dierengebruiksindustrieën. Is minder populair, we weten het, maar het is onze taak om dat te doen. Omdat de dieren waarvoor wij opkomen daar alle recht op hebben. Tijdens de slavernij in de Verenigde Staten had je ook abolitionisten. Geen 6 zweepslagen voor een slaaf in plaats van 10, of betere huisvestingsvoorwaarden, maar voor de afschaffing van het systeem van uitbuiting en onderdrukking. En die vergelijking mogen we gerust gebruiken. Zwarte mensen werden gezien als beesten, zo vervoerd, geketend en vernederd, misbruikt en gedood als beesten. Ze waren het bezit van anderen, zoals dieren nu, dus mocht je er mee doen wat je wilde.

 

Waarom moeten dieren trouwens altijd ergens voor dienen? Dieren hebben hun eigen belangen, los van wat ze allemaal zouden moeten zijn voor ons mensen.
Zoals de schrijfster Alice Walker (auteur van The Color Purple) zegt: ‘The animals of the world exist for their own reasons. They were not made for humans any more than black people were made for whites or women for men.’

De mens ziet zichzelf – onterecht – als het middelpunt van deze wereld. En daar vloeit de arrogantie van de bovengestelde stelling uit voort. Het gebruik van dieren is zo verweven in menig leven, dat we ons ontredderd zouden voelen zonder hen. Niet dat we ze zouden missen om wie ze zijn, maar vooral om wat ze van ons mogen zijn, en ze moeten ons bovenal van nut zijn.  Maar het gemis aan besef dat dit ‘leven’ voor de meeste dieren bestaat uit de totale onderdrukking, lijkt toch erg op een blinde vlek die we bewust creëren, en het liefst ook zo willen houden, met name voor die dieren die we massaal over de kling jagen in bijvoorbeeld de vleessector. Er zijn heel wat praktijken die we verfoeien voor bepaalde dierensoorten (die vaak het dichtst bij ons eigen leven staan, zoals katten en honden),  maar die we wel goedkeuren voor andere diersoorten zoals bijvoorbeeld kippen of koeien. We verontwaardigen ons – terecht overigens – over de mishandeling van é én hond, terwijl we de massavernietiging van miljoenen anderen niet onder ogen willen of durven zien. Misschien doen we dat omdat we ze niet persoonlijk kennen, ‘ze’ allemaal op elkaar lijken of gewoon omdat onze smaakpapillen overheersen. Toch kan het allemaal al snel helemaal veranderen wanneer het lot van é én van die ‘mindere diersoorten’ in de spotlight gezet wordt, denk bijvoorbeeld aan de film met het aandoenlijke biggetje Babe (vlees) of de hond Beethoven (dierproeven).

Ik vraag je het volgende: wil je eens de tijd nemen om de (Engelstalige) documentaire Earthlings te bekijken? Je ziet er waar dierenrechten voor staan. En ook meteen waar jij staat.

Ik denk dat je met de documentaire Earthlings een goed beeld  krijgt van de term dierenrechten en speciësisme, waar dierenrechtenadvocaten voor pleiten, en waarom we geen genoegen nemen met enkel dierenwelzijn.

Ik hoop voor al mijn mede-aardbewoners, dat je na deze beklijvende documentaire oprecht kan zeggen: ‘In mij vinden de dieren een pleitbezorger voor hun rechten’, en uiteindelijk komt het er op neer er ook naar willen te leven. Het betekent een kleine stap voor jou, het betekent alles voor de dieren.

Voor de dieren,

 

Marianne Huiberts,
Voorzitter Bite Back vzw